Stel je voor: Nijmegen omringd met tuinderijen vol met verschillende gewassen. Zonder pesticiden, vriendelijk voor al het leven, en met liefde voor de bodem. Onderhouden door vele mensenhanden. En heel Nijmegen eet gezond en lokaal van deze boerderijen. Te mooi om waar te zijn? We zochten het uit in het Duurzaamheidscafé van 30 september.
Een avond in twee delen. Gescheiden door een spetterend optreden van kunstcollectief De Naakte Waarheid met nummers over falafel en bomen. In deel één gaan we groots dromen. Kunnen we ons voorstellen dat heel Nijmegen weer lokaal en natuurinclusief eet? We starten de droom met twee voorbeelden. Boeren Eline Wielemaker (De Biesterhof bij Millingen aan de Rijn) en Merel Gerritse (zelfoogstboerderij Eetmeerbosch in Nijmegen-West) vertellen over hun praktijk: regeneratieve tuinderijen waar aandacht is voor al het leven en de gezondheid van de bodem centraal staat. En waar de menselijke relaties met onze omgeving weer centraal wordt gesteld.
Bij De Biesterhof gebeurt dit deels via akkerbouw en afzet aan grote afnemers en via 54 pakkethouders die wekelijks hun groente rechtstreeks van de boer krijgen. Het land pachten zij van Land van Ons, een organisatie die landbouwgrond koopt om regeneratieve boeren op weg te helpen. Eetmeerbosch pacht van de gemeente Nijmegen. Zij nodigen hun 200 abonnees uit zelf te komen oogsten, en ze leveren aan lokale restaurants. Een groeiende gemeenschap die meehelpt op het land, een diversiteit aan gewassen, met voedsel voor zowel de mens, als vlinders en vogels. Het klinkt prachtig.
Hoe ziet hun ideale toekomst eruit? Merel droomt ervan dat we als mensen ‘de 30 centimeter toplaag aarde waar we van leven, weer gaan koesteren’. De Albert Heijn vol met lokaal kleinschalig geteelde groentes. ‘We hebben meer in plaats van minder boeren nodig.’ De vraag wordt ook aan de zaal voorgelegd. Samen dromen we fantasierijke toekomsten: meer bomen met eetbare vruchten door de hele stad, plantenbakken die van de Waalbrug een ‘groeiboog’ maken, één op de honderd stedelingen wordt boer, Nijmegen kookt weer met het seizoen mee, voedsel wordt niet alleen lokaal geproduceerd maar ook verwerkt, en veel meer mensen helpen mee op het land. En ‘die Albert Heijn mag gewoon helemaal verdwijnen’.
In deel twee landen we ‘met beide voeten in de aarde’. Hoe haalbaar zijn al deze dromen? Conventioneel akkerbouwer Wouter Vierboom schuift aan, samen met landbouweconoom Mark Manshanden (Wageningen University & Research). Wouter legt uit dat massa ook voordelen kan hebben: zijn machines zetten ze nu ook in bij De Biesterhof – grote schaal heeft voordelen met deze investeringen.
Mark komt met cijfers. In de regio Nijmegen is het aantal landbouwbedrijven in twintig jaar gehalveerd. Dat betekent dat boerderijen zijn gestopt en grond is overgenomen door
boerende buren. ‘Daar kun je iets mee. We kunnen nadenken over wat we met vrijkomende grond willen.’ Is het haalbaar dat heel Nijmegen lokaal eet? ‘Het is mogelijk, maar dan moet je keuzes maken. Voor het huidige dieet hebben we 135.000 hectare nodig om regio Nijmegen te voeden, en er is maar 35.000 hectare grond beschikbaar.’ Een plantaardig dieet zou veel verschil maken. En de vraag is of we het willen. ‘Ik houd van mijn kop koffie. Sommige dingen willen we misschien blijven importeren.’
Als we meer kleinschalige boeren willen, zal het boerenleven bovendien aantrekkelijker moeten worden. Dat heeft met imago te maken, maar ook met praktische uitdagingen. Grond is vreselijk duur. Bovendien, benadrukken Eline en Merel, doen zij nu veel onbetaald werk voor het ecosysteem. Wouter benadrukt dat subsidies voor vergroening vaak onbetrouwbaar zijn. ‘De spelregel worden veranderd tijdens het spel. Bij de subsidies voor groenbemesters bleek de pot bijvoorbeeld te klein. Daardoor kregen we allemaal minder als we meer deden. Dan is er geen stimulans meer.’
Desalniettemin zit de zaal vanavond vol met mensen die enthousiast lijken om aan de slag te gaan. Mensen die op het land willen helpen of een groentepakket-abonnement hebben. Het Duurzame Estafettestokje wordt vanavond uitgereikt naar een hoopvol voorbeeld dat meewerkt aan dit enthousiasme. De Bosspot, met een lokaal in De Paraplufabriek, bieden diners en kookworkshops om mensen te leren met lokaal voedsel te werken. Ze koken met ingrediënten van lokale tuinders. ‘We willen mensen weer dichter bij de bron van hun voedsel brengen.’









































