‘De materialenrevolutie: van huizen van beton naar bouwen met schimmels en hout’, impressie van het Duurzaamheidscafé #3 2023

Tekst: Thijs van Beusekom

Money, money, money 
Must be funny 
In the rich man’s world 

ABBA zong het al in 1976, maar het is uiteraard nog steeds relevant. Achter elke klimaat- en biodiversiteitkwestie schuilt een grote geldvraag. Daar werden we tijdens het afgelopen Duurzaamheidscafé over duurzaam bouwen meermaals aan herinnerd. 

Laten we beginnen bij de harde feiten. Van de negen planetaire grenzen die in het Rapport Bevolkingsplaninstituut zijn geformuleerd, hebben we er inmiddels zes overschreden. Tijd voor actie dus! De bouwsector is verantwoordelijk voor zo’n 35% van alle emissies. Tijd voor een revolutie in de bouw! Maar tegelijkertijd heeft Nederland als doelstelling om tot aan 2030 zo’n 900.000 nieuwe woningen te bouwen. Tijd voor een moeilijke vraag: hoe dan?! Een van de mogelijke antwoorden is biobased bouwen. 

Drie biggetjes

Patrick Schreven ziet het wel gebeuren, 100% biobased bouwen. Als oprichter van ECO+BOUW is hij dagelijks bezig met het verkennen van nieuwe mogelijkheden en innovatieve bouwprojecten. Schreven: “We bouwen vooral met kalkhennep. Dat zorgt voor een gezond en aangenaam binnenklimaat. Je huis blijft langer koel door de natuurlijke vezels. Hetzelfde geldt overigens voor stro!” Schreven ziet echter wel een probleem, dat hij het ‘Drie-biggetjes-syndroom’ noemt: “We zijn grootgebracht met het idee dat het huisje van stro en hout niet deugt en het huisje van steen wel. Maar nu komen we er juist achter dat huizen van steen niet zo goed werken.”

Schreven ziet in de transitie naar duurzame bouw een belangrijke rol weggelegd voor boeren. Zij kunnen volgens hem namelijk duurzame bouwmaterialen gaan verbouwen. Ook de bouwsector zelf zal een tandje bij moeten schakelen, met name als het aankomt op hergebruik van materialen. “De bouw heeft de neiging om alles binnen de eigen sector op te lossen. Maar we moeten juist niet per se alle materialen weer terug in de bouw willen brengen. Ook buiten onze eigen sector liggen genoeg mogelijkheden voor deze materialen.”

Samen zoeken naar oplossingen

Na de bevlogen presentatie van Schreven, schuift een drietal nieuwe spreker aan om samen met Schreven en moderator Roos Janssen in gesprek te gaan met het publiek. Maarten van Ginkel, senior-adviseur duurzaamheid bij de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Nijmegen, geeft aan dat we nog lang niet zitten aan de 25 procent circulair bouwen die als doelstelling is geformuleerd. “De gemeente kan nog niet eisen dat er met circulaire materialen wordt gebouwd, maar wat we wel kunnen doen is steeds strengere eisen stellen aan de bouwindustrie.” Van Ginkel geeft aan dat bedrijven ook naar de gemeente kunnen stappen met voorstellen. “Om circulaire bouw te realiseren moeten we samen zoeken naar oplossingen, het moet praktisch en financieel mogelijk zijn én het moet gewenst zijn.” Materialen zullen volgens hem goedkoper moeten worden om schaalvergroting te realiseren.

Lastige businesscase

Ook aangeschoven is Anique Aretz, adviseur Houtbouw in de Waalsprong bij woningcorporatie Talis. Ook zij geeft aan dat het experimenteren onverminderd doorgaat, maar dat de combinatie betaalbaar en biobased bouwen nog steeds niet lukt. “De businesscase voor houtbouw is nog niet rond. Het blijft heel duur terwijl we de woningen betaalbaar willen houden.” Langzaamaan begint het grootste probleem van de biobased bouwindustrie zich af te tekenen.

Demonteerbare gevels

Thijs Pleijhuis, manager duurzaamheid bij KlokGroep, is de derde spreker. KlokGroep kijkt niet alleen naar biobased materialen, maar ook naar het hergebruik van al bestaande materialen. “Daarom laten we bijvoorbeeld soms het skelet van betonbouw staan en proberen we het gebouw toekomstbestendig te maken met demonteerbare gevels.” Maar ook Pleijhuis benadrukt de financiële moeilijkheden waar biobased bouwen nu last van ondervindt. “Het verschilt per locatie, maar subsidie is nog steeds ontzettend belangrijk. Anders lukt het ons echt niet.”

Schaarste

Schreven doet ook nog een duit in het zakje en stelt dat biobased wonen altijd klein zal blijven zolang het niet financieel voordelig is: “We hebben mensen met geld – die de duurdere huizen willen betalen – heel hard nodig om biobased bouw te vergroten. Daarnaast is er een schaarste aan bouwmedewerkers, waardoor mensen ook stukjes van de werkzaamheden naar zichzelf toe moeten trekken.”

Betaalbaarheid

Conclusie van de avond is dat betaalbaarheid voorlopig het grootste obstakel is voor biobased bouwen. Er zijn genoeg mogelijkheden en er wordt volop geëxperimenteerd. Maar zolang dit enkel op kleine schaal gebeurt, zullen onze woningen nog lange tijd worden gemaakt met ‘ouderwetse’ materialen. Een betonnen en financiële werkelijkheid die we snel moeten doorbreken.

Foto’s: Mohanad Ataya